Ontkenning van zijn of haar autisme, geen ‘Theory of Mind’

Er is een groep van mensen met autisme die blind is voor hun autisme. Daar waar andere mensen met autisme zich voortdurend anders voelen, ervaren deze mensen met autisme geen problemen. Ze zien niet dat ze anders zijn, terwijl in hun omgeving voortdurend alarmbellen afgaan. Mensen met autisme die hun ‘anders zijn’ niet zien, vormen een kwetsbare groep. Want met een handicap kun je leren leven, maar als je je handicap niet kunt zien, dan wordt het lastig.

Het is op een bepaalde manier vergelijkbaar met mensen die blind zijn, maar niet doorhebben dat ze blind zijn. Ze lopen voortdurend overal tegenaan, maar blijven ontkennen dat er iets aan de hand is. “Maak je niet druk, niks aan de hand, het komt goed”, zijn veelgebruikte woorden. Medeoorzaak lijkt de relatief late leeftijd waarop hun autisme voor het eerst is benoemd. Ze zijn er niet mee opgegroeid.

Mensen die blind zijn voor hun autisme verzetten zich meestal heftig tegen de extra ondersteuning van hun ouders, partner en/of hulpverlener. Ze willen alles zelf oplossen, zijn de hele dag bezig alles onder controle te houden en voelen zich door de hulp van anderen gedwarsboomd. Met hen is niks aan de hand, de hele wereld is gek, behalve zij. Ze vragen om vertrouwen en lijken vergeten te zijn dit vertrouwen al vele keren te hebben gekregen en geschonden. Ze hieraan herinneren heeft weinig zin, want nu is alles anders, ze maken heus niet nog een keer dezelfde fout. Ze lijken erg weinig te leren van eerdere ervaringen en elke keer weer blanco te beginnen. Dat sommige zaken niet beklijven staat in schril contrast met hun op andere gebieden uitstekende geheugen.

Blind zijn voor je autisme hangt samen met de Theory of Mind (ToM). Zonder ToM kan je geen perspectief nemen en dus alleen vanuit jezelf denken en waarnemen. Een zelfbeeld kun je alleen ontwikkelen als je jezelf met anderen kunt vergelijken. Alle mensen met autisme hebben problemen om zich in de ander te verplaatsen, maar bij deze groep lijkt dit probleem nadrukkelijk op de voorgrond te staan. Mensen zonder autisme denken als het ware rond, ze vergelijken zichzelf constant met de ander en de wereld om zich heen. Mensen met autisme, denken vanuit zichzelf recht vooruit en dus van zichzelf af. Ze hebben, althans volgens zichzelf, nog altijd gelijk gehad, kunnen geen compomissen sluiten, want ze sterven liever in hun eigen gelijk.

Het zijn weliswaar scherpe waarnemers, maar tegelijkertijd wordt ook veel informatie gemist. Door de afwezigheid van een zelfbeeld zetten ze zichzelf onbewust volledig klem en is het voor hen onmogelijk zich te uiten. Zonder zich er van bewust te zijn is hun overlevingsstrategie die van de ontkenning, wat tot bizar gedrag en situaties kan leiden.

In discussies draaien ze het probleem voortdurend naar de ander toe (externaliseren) en vaak zijn ze hier ook razend goed in. Spreekwoordelijk zien ze elke splinter in het oog van de ander, maar niet de balk in hun eigen oog. Als ouder of partner van iemand die blind is voor zijn autisme heb je het zwaar te verduren. Voordat je één en ander duidelijk hebt en je, je niet langer laat overtuigen door het zoveelste argument, ben je jaren verder. Je voelt je boos, gefrustreerd, maar boven alles onmachtig.

Het gedrag en de opvattingen van de ander zijn nauwelijks voorstelbaar. Binnen de hulpverlening loop je door de onbekendheid met autisme vaak tegen onbegrip aan. “Hij/zij moet leren van zijn of haar ervaringen. U bent overbezorgd. Hij is gewoon erg eigenwijs. Hij is zelf verantwoordelijk. U moet hem loslaten.”

Maar, wie laat iemand die niet kan zwemmen alleen?

Peter Segers,
Psychotherapeut Stress en Burn-out coach, Businesscoach en auteur van het ICM Model ©